Mont Ventoux
Door: Kees
14 Juli 2016 | Frankrijk, Lafare
Het is rustdag in de tour en iedereen blijft in Andorra. Al de wagens van de reclame caravaan en vrachtauto’s van de tour staan in afgezette straten en parkeerterreinen. Voor de hotels staan de rennersbussen van de diverse ploegen, zoals AG2R waarvan Yvonne een bidon heeft toegeworpen gekregen van Badet, een achtervolger van Tom. Diezelfde ploeg zien we een trainingsrit maken even later.
Na boodschappen te hebben gedaan in Perpignan, waar het heet is, en het verslag heb verzonden bij een wifi gratuit, gaan we snel naar ons strand in Port la Nouvelle. Het is lekker druk op het strand en in tegenstelling tot twee maanden geleden toen we hier waren is het strand helemaal droog. Zelfs geen plasje water. Er staat hier een heerlijk windje en we genieten weer volop. De installatie die Peter Djelan op de lievelingsplek van Maria maakte, is alweer gesloopt, door de wind of mensen, wij weten het niet. De avond brengen we door op de boulevard, waar op de hoek dit keer linedansen is georganiseerd. Vrouwen, en een man, met witte laarsjes dansen in drie rijen en proberen tegelijk de stapjes te maken. De man kijkt naar de vrouwen en is bijna tegelijk met ze. Omdat hij sneller beweegt, hij heeft een hoed op, denkt hij dat hij er mee weg komt, maar ik zie het heus wel.
Bij de camping gaan we douchen voor 1,50 euro en we zijn weer een ander mens. Katarine sms’t ons dat ze 1 km van de top staan, maar even later worden ze door de politie weggestuurd. Het volgende smsje vertelt ons dat ze ruimte hebben gemaakt op 3 km van de top. Ik antwoord dat we er aan komen. Bij de superU koop ik een planete Cyclisme met tourinformatie. Het zal me toch niet weer gebeuren.
In Bedoin rijden we de berg op. We hebben de hele etappe gereden, welke tot nu toe heel vlak was. Overal stonden al campers, maar wat op de berg staat is niet normaal. We zijn het eerste dorp nog niet uit of er staat een camper op de smalle steile weg stil, door de politie tegengehouden. Ik wacht tot het kan, qua tegenliggers en ga er langs. Onmiddelijk springt de politie voor de auto. No no, ne pas de place pour campingcars. Ik vertel hem dat vrienden ons verwachten en een plaats voor ons hebben. Hij lijkt onvermurwbaar, het verkeer staat aan beide zijden vast, hij weet even geen oplossing en zegt: allez roulez. Merci monsieur, vous c'est tres gentil, en weg zijn we. We paseren honderden campers op weg naar boven. Na 10 km ga ik me zorgen maken dat ik de Noren niet ga vinden en begin alvast een plekje te bedenken voor als we weer onverrichter zaken afdalen. Het bos houdt op, we zitten boven de boomgrens. Eindeloze rijen campers langs beide zijden van de weg. Geen Noorse vlaggen. We draaien een bocht om, meewarig nagekeken door camperaars die denken, die vinden nooit meer een plekje, die zien we dadelijk weer terug. Hier staan campers achter dranghekken, een paar bochten, dan een veld vol campers dan weer dranghekken. De weg wordt steiler en steiler. Groepjes campers op zeer schuine bermen. Sneeuwpalen verschijnen. Weer een bocht. De dranghekken houden op. Hier is de berm ongeschikt voor parkeren, laat staan overnachten. De top komt in zicht. Boven zie ik nog enkele campers staan. Twee haarspeldbochten en we zijn bij nog een aantal campers aan de linkerkant van de weg. Ja hoor, eindelijk na 17 km klimmen, de bekende Noorse vlaggen boven op een Hymer. Het is koud hier en de Noren zitten binnen. Ze verwachten ons nog niet en zijn verrast als we luid toeterend bij ze stilhouden. Ik moet naar de top om te keren en als we er weer zijn heeft Odd plaats voor ons gemaakt. Na een stevige knuffel en een paar pakkerds zijn we allemaal opgelucht en blij dat het weer gelukt is. Wij zijn er weer klaar voor. Nog 48 uur te gaan.
Slapen doen we slecht. De wind doet de auto schudden op zijn bladveren. Ik maak me zorgen of de fietsen wel goed staan tegen de sneeuwpaal achter ons, maar om er daarvoor uit te gaan, de kou in…nee.
De volgende ochtend, een dag voor de etappe, komt de zon langzaam te voorschijn. Het uitzicht op de vlakte 1,5 km beneden ons is spectaculair en verandert elke minuut. Achter ons in een autootje met frans kenteken zit een jong stel te verkleumen. Yvonne brengt ze een beker koffie, die ze dankbaar met rode neuzen in ontvangst nemen. Als je niet onder de dekens kan liggen heb je het heel zwaar hier. Nog 36 uur te gaan.
Het is weer druk met fietsers en wandelaars op de berg. Zelfs campers zien we nog naar boven komen. Soms vinden ze nog een plekje, zoals de oude Noorse Mercedesbus, die op het randje van de afgrond staat met zijn achterwielen. Ik bewonder hun moed, maar het kan ook de wijn zijn geweest, en moeten ze nog uitstappen om te zien hoe ze staan. Andere campers zien we weer langzaam afdalen op zoek naar een ruimte. De politie is nu nog streng, maar ik weet dat ze vannacht half op de weg gaan staan. Morgen om 7 uur gaat de weg dicht zegt een bord beneden in het dal. We drinken koffie bij Odd en Katarina. Ook Bjorn komt langs, een man met een Iron Maiden shirt en een Tesla. Hij heeft een funbus maatschappij en is al zijn bussen aan het verkopen, zodat hij altijd op vakantie kan. Nog twee bussen te gaan zegt hij.
We wandelen met Vita naar de top en houden halt bij het monument van Tony Simpson. De Olympisch kampioen, die vandaag 49 jaar geleden in de Tour op deze plek overleed, door drugs en uitputting. De zon is warm maar de wind snijdt door je kleren. Ik ben blij dat ik mijn leren jack bij me heb. De rode neuzen brengen de bekers terug. Ze spreken goed engels. Ze komen uit België en praten maar een klein beetje Nederlands. Nog 32 uur te gaan.
Nog 24 uur te gaan. Een camper rijdt weg. Even later nog een camper die naar beneden rijdt. Die zijn gek, denk ik. Twee dagen hier staan te vernikkelen en dan een dag voor de etappe verlaat je de plek?? Ik weet niet wat ik hiervan moet denken.
Dan komt het pas echt op gang, ook de Noorse Mercedesbus komt langs, de rare opzetcamper die ze hadden vastgebonden met singels aan de railing volgt hem. Veel meer campers verlaten opeens hun zwaar bevochten plekje. Ik vraag aan de Nederlander even verderop of hij weet wat er aan de hand is. Ja, de wind gaat morgen snelheden bereiken van 100 km per uur, dus hebben ze de etappe ingekort met 6 km. Dat is drie kilometer vanaf ons plekje naar beneden. Inmiddels zijn bijna alle campers aan het rijden. Katarina komt met een alcoholmeter naar me toe. Kijken of je nog kunt rijden. Het apparaat geeft Flo aan bij mij, niemand weet wat dat betekent. Odd is politieman geweest en vraagt hoeveel ik gedronken heb. Drie blikjes, zeg ik. Oh, over de hele dag, als je wilt kan Katarina wel jouw auto rijden. Zo ver gaat onze vriendschap niet, vind ik. Ik vind het zelf al link om hier langs de afgrond te rijden, dat laat ik niet iemand anders doen. De campers komen in een lange rij weer terug. Dat verwachtten we al, er is natuurlijk geen doorkomen aan in het bos, waar het al vol stond. We zullen de berg langs de andere kant moeten verlaten, dus over de top. Katarina gaat midden op de weg staan en houdt iedereen tegen, zodat wij kunnen keren. De drie kilometer naar boven met koude motor verbruiken zoveel brandstof, dat hij op de top aangeeft dat de tank leeg is. Ik heb het laatst getankt in Andorra, dat was ik vergeten. Ik toeter naar Odd en als we stilstaan zeg ik dat ik allereerst moet tanken want hij staat op nul. De 17 km naar beneden worden daardoor heel spannend, meer dan ik wil. Fietsers inhalen laat ik maar achterwege, want dan moet ik gas geven. In het dorp beneden is een pomp, geeft de Garmin aan. We moeten linksaf, wat eigenlijk niet mag zie ik als ik de bocht neem. Odd rijdt voor me uit en snapt dat ik de aanwijzingen van de satnav volg. Bij een rotonde neemt hij een Italiaantje (een extra rondje), zodat hij achter me rijdt. De benzinepomp is er gelukkig nog en ik kan met de creditcard tanken. We besluiten een restaurant te zoeken met een parkeerplaats waar we de nacht kunnen doorbrengen met twee campers.
In Suzette is er een met mooie parkeerplaats met geweldig uitzicht, helaas is het restaurant gesloten, zien we als we de heuvel oplopen. Het volgende dorp Lafare heeft een Bistro, waar we een tafeltje kunnen bemachtigen voor vier met hond onder de tafel. Het is er gezellig druk en het eten uitstekend. Later drinken we bier in de wagen van de Noren en spreken af zondag elkaar weer te ontmoeten in Culoz waar de Tour een ronde rijdt over de Colombier en daardoor twee keer langskomt.
-
14 Juli 2016 - 16:46
Willem Bakker:
Ik dacht vanmorgen nog bij dat rijtje campers op de foto in de Volkskrant (pagina 9: "Ten eerste") bovenop de Mt Vetoux: daar komen Kees en Yvonne ook te staan! Tot ik de tekst eronder las: "Helaas voor de mensen in de campers zal de Tourcaravan hier vandaag niet langskomen. Maar het zal vast wel een belevenis zijn geweest.. Groetjes uit Rhoon, W&J! -
14 Juli 2016 - 19:16
Paul Crone:
Haha prachtig Kees. Mooi avontuur. Ik vind de tour op tv geloof ik leuker. Ik weer niet wat de achterblijvers op de berg hadden gerookt of gedronken, maar hun reacties op het peleton waren 'over de top'. Pure wedstrijd vervalsing.
Hoe Dan ook blijven schrijven en genieten, Dan doen we dat ook. Vanuit Andalusie -
14 Juli 2016 - 21:48
Elma:
Jonge jonge jullie zijn ook nergens bang voor. Maar je komt overal waar je wezen wil.
Beloof je wel voorzichtig te zijn, en ga heerlijk verder genieten.
Liefs en groetjes uit Zoetermmeer
Reageer op dit reisverslag
Je kunt nu ook Smileys gebruiken. Via de toolbar, toetsenbord of door eerst : te typen en dan een woord bijvoorbeeld :smiley